Hoe werkt insuline?
Insuline verlaagt de bloedsuikerspiegel. Het lichaam maakt van bloedsuiker energie om van te leven. Insuline zorgt ervoor dat bloedsuiker wordt opgenomen door alle cellen in het lichaam.
De alvleesklier maakt insuline aan en die komt terecht in het bloed, dat door het hele lichaam stroomt. Aan de buitenkant van elke cel in het lichaam zit een soort ‘uitkijkpost’ voor insuline. Zodra die insuline ziet langskomen in het bloed, geeft hij een seintje aan de cel, zodat de deur opengaat om bloedsuiker binnen te halen.
Soorten insuline
Als je lichaam zelf geen insuline maakt, moet je insuline spuiten of een insulinepomp gebruiken. Er zijn verschillende soorten insuline, met een andere werking. Snelwerkende insuline wordt snel in het bloed opgenomen en verlaagt in korte tijd de bloedsuiker. Ook is er insuline met een langzame werking, en allerlei tussenvormen.
Waar injecteer je insuline?
Insuline injecteren doe je meestal met een insulinepen. Dat is een injectiespuit met een heel dun naaldje. De plaats van insuline injecteren is afhankelijk van de soort insuline en de dikte van de vetlaag. Kortwerkende insuline werkt het snelst als het onder de buikhuid wordt geïnjecteerd. Langwerkende insuline moet heel geleidelijk zijn werk doen en dan is het beter om in bil of been te injecteren.
Heb je overgewicht, of juist te weinig vet op de aanbevolen plaats? Dan adviseert je behandelaar misschien een andere injectieplaats. Een alternatief voor zelf insuline injecteren is de insulinepomp.
Op diabetes.nl vind je meer informatie over behandeling met insuline.