Alvleesklier (pancreas) en diabetes

De alvleesklier zit in de buik, gedeeltelijk achter de maag en de twaalfvingerige darm. Bij volwassenen is de alvleesklier 12 tot 15 cm lang. De alvleesklier geeft insuline af aan het bloed. Daarmee wordt de bloedsuiker geregeld. De cellen die in de alvleesklier insuline maken, heten bètacellen. Ze zitten in de eilandjes van Langerhans. 

Maar de alvleesklier doet nog meer: hij maakt 1,5 tot 3 liter ‘spijsverteringssappen' aan die de darmen helpen om voedsel te verwerken. Daarnaast maakt de alvleesklier het hormoon glucagon.

Werking alvleesklier bij diabetes

Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier geen insuline meer, omdat de cellen die dat moeten doen zijn vernield of stilgelegd door het eigen afweersysteem. Dat denkt dat de insulineproducerende cellen indringers zijn die moeten worden opgeruimd.

Bij diabetes type 2 maakt de alvleesklier eerst nog wel insuline aan, maar het lichaam reageert niet meer goed op insuline. De bloedsuiker blijft te hoog en de alvleesklier maakt steeds meer insuline aan om de suikerspiegel toch te laten zakken. Op een gegeven moment maakt de alvleesklier ook bij diabetes type 2 steeds minder insuline aan.

Klachten aan de alvleesklier

Als de alvleesklier ontstoken raakt (pancreatitis) of verwijderd is, bijvoorbeeld bij alvleesklierkanker, kun je ook diabetes krijgen. Dit heet diabetes 3C. Maar dat heeft dan dus een andere oorzaak. In dat geval krijg je medicijnen die de rol van de spijsverteringscellen en bètacellen overnemen.

Op diabetes.nl lees je meer over diabetes 3c.

Kunstmatige alvleesklier

Verschillende onderzoekers zijn bezig om een kunstmatige alvleesklier te maken. Dat zal vooral een uitkomst zijn voor mensen diabetes type 1.

Voor diabetes type 2 is een kunstmatige alvleesklier nog geen oplossing, omdat het grootste probleem hier is dat het lichaam ongevoelig is voor insuline.