Nieren

De nieren filteren afvalstoffen uit het bloed. De stoffen die je lichaam wel nodig heeft, laten ze in het bloed zitten. Maar door diabetes komt er steeds meer bindweefsel in je nieren: een soort littekens. Daardoor kunnen afvalstoffen toch in je lichaam blijven, terwijl je ze anders zou uitplassen. En andersom plas je juist veel goede stoffen uit die je lichaam wel nodig heeft.

Wat merk je van nierproblemen?

Je voelt er in het begin niets van. Een arts kan de eerste tekenen zien met urine-onderzoek. Als er eiwit (albumine) in de urine zit, is dat een teken dat de nieren niet meer goed werken. Ook een hoge bloeddruk kan een teken zijn dat er iets misgaat met je nieren. Het is dus belangrijk dat je regelmatig je bloeddruk laat controleren!

Hoe worden nierproblemen behandeld?

In het begin kan het vaak worden afgeremd met medicijnen. Bij nierproblemen speelt vaak ook een hoge bloeddruk, daarom krijgen mensen meestal bloeddrukverlagers (ACE-remmer of RAS-remmer). Die remmen een bepaalde stof in het bloed, waardoor de bloedvaten zich verwijden en de bloeddruk daalt.

Als je nieren te ver achteruit gaan, krijg je regelmatige dialyse, waarbij het bloed gefilterd wordt. In het uiterste geval kan een niertransplantatie nodig zijn.

Op diabetes.nl lees je meer over schade aan de nieren.

Vroeger gingen veel mensen dood aan uitval van hun nieren. Dankzij onderzoek zijn er tegenwoordig gelukkig steeds betere behandelingen.