Afwisselend snel en langzaam wandelen goed voor bloedsuiker
Afwisselend snel en langzaam wandelen – interval-training – is beter voor mensen met diabetes type 2 dan langdurig op dezelfde snelheid wandelen. Dit blijkt uit Deens onderzoek.
Het is allang bekend dat bewegen helpt je bloedsuiker op peil te houden bij diabetes. Maar welke manier van bewegen heeft het meeste zin? Kun je beter telkens dezelfde (hoge) snelheid aanhouden? Of werkt een afwisselend tempo het best? Dat hebben deze onderzoekers uitgezocht.
Aan de slag!
Aan het onderzoek deden 32 mensen met diabetes type 2 mee. Ze werden verdeeld in drie groepen: geen beweging, intervaltraining en continue training. De deelnemers moesten 4 maanden (zonder toezicht) vijf keer per week 60 minuten bewegen.
Gelijkmating of met intervallen
De continue groep wandelde telkens dezelfde gemiddelde snelheid. De intervalgroep liep afwisselend 3 minuten snel en dan weer 3 minuten langzaam. Dus de intensiteit wisselde, maar er werd wel voor gezorgd dat beide groepen ongeveer evenveel energie verbrandden.
Betere bloedsuikercontrole
Na 4 maanden bleek dat alleen de intervalgroep een betere bloedsuikercontrole had. Waarschijnlijk zorgde het afwisselende tempo voor een betere insulinegevoeligheid. Ook werden de bloedsuikers beter weggewerkt, wat wijst op een verbeterde suikerverbranding. Er waren overigens geen veranderingen te zien bij de andere groepen. Dus alleen bij de interval-groep ging het beter.
Lange termijn
Wandelen in een afwisselend tempo met variërende intensiteit is beter voor je bloedsuiker dan telkens hetzelfde ommetje maken. Het verbetert de gevoeligheid voor insuline, zonder dat het lichaam ineens minder insuline aan gaat maken. Dit betekent dat je over het algemeen een betere bloedsuikercontrole krijgt. In de toekomst moet nog worden uitgezocht of interval-wandelen ook zorgt voor betere gezondheidsuitkomsten op de lange termijn.