Koolraapfrieten met tomaatjes

Laat de rozijnen wellen in een bakje met lauw water.

Breng een pan met water aan de kook voor de koolraap. Snijd de koolraap in plakken van 1 cm dik en schil de plakken. Snijd de plakken in ‘frietjes’ en kook deze in 10 minuten beetgaar.

Was de bleekselderij en snijd in plakjes. Laat de bleekselderij de laatste 5 minuten meekoken met de koolraap. Giet daarna het water af en bewaar het kookvocht.

Breng intussen het gehakt op smaak met peper en kneed de uitgelekte rozijnen erdoor. Vorm met je handen gehaktballen.

Verwarm bakolie in een braadpan en bak hierin de gehaktballen samen met de cherrytomaatjes goudbruin en gaar in 10-15 minuten. Voeg eventueel wat water toe tegen het aanbranden en voor een lekkere jus.

Pel en snipper intussen de ui. Verwarm olie in een kookpan en fruit de ui en kerriepoeder op een laag vuur glazig (2 minuten). Voeg al roerend het meel toe en laat dit 3 minuten zachtjes garen. Giet dan al roerend het kookvocht van de koolraap erbij, zodat je een glad sausje krijgt. Schep de koolraap en bleekselderij door de saus en stoof met de deksel op de pan nog 5 minuten op een laag vuur. Proef en breng op smaak met peper.

Snijd de kleine Romeinse sla doormidden of in kwarten. Verhit bakolie in een koekenpan (of grillpan) en bak de sla op alle snijvlakken in 2-3 minuten goudbruin. Het is lekker als de sla nog knapperig is.

Druppel vlak voor het serveren een beetje balsamicoazijn erover. Serveer de Romeinse sla met de groenten in kerriesaus en de gehaktbal met cherrytomaatjes.

Tip: Doe een beetje mosterd bij de jus voor wat meer pit.