Programmering van de stofwisseling?
Het lijkt erop dat ondervoeding in de baarmoeder leidt tot aanpassingen op genetisch niveau die zichzelf niet meer terugdraaien. En die later zorgen voor een grotere kans op diabetes type 2. Waardoor komt dat?
Het is bekend dat kinderen met een laag geboortegewicht later een grotere kans hebben op onder andere overgewicht, hoge bloeddruk en diabetes type 2. Er zijn verschillende verklaringen voor, waar onderzoekers in Maastricht nog eens verder naar kijken. Ze willen de mechanismen van het ontstaan van diabetes type 2 beter begrijpen. Want als je weet hoe iets ontstaat, heb je aanknopingspunten om er iets aan te kunnen doen.
Een belangrijke theorie zegt dat als een kind in de baarmoeder ondervoed raakt, er in zijn lichaam op genetisch niveau aanpassingen plaatsvinden die zichzelf niet meer terugdraaien. Later zorgen die genetische ‘afwijkingen’ ervoor dat die persoon een grotere kans heeft om type 2 diabetes te krijgen.
Dr. Vlietinck vraagt zich in dit onderzoek meerdere dingen af. Zijn het niet in eerste instantie al genen die ervoor zorgen dat ondervoeding in de baarmoeder later dat grotere risico geeft? Of zijn het toch alleen de magere omstandigheden in de baarmoeder die daarvoor zorgen? In welke mate spelen individuele genetische verschillen tussen mensen een rol in het latere risico? Worden de betreffende genen doorgegeven via de moeder of de vader?
Het onderzoek wordt gedaan met al beschikbare verzamelde gegevens van ruim 400 jongvolwassen tweelingen, zowel identieke als niet-identieke, die al vanaf hun geboorte zijn gevolgd en over wie dus veel informatie bekend is. Dat is erg handig voor dit soort onderzoek, waarbij erfelijkheid en omgevingsfactoren van mensen na hun geboorte vergeleken worden.
Onderzoeksinformatie
Projectnr: | 2002.00.015 |
---|---|
Status: | Afgerond |
Onderzoeker: | Prof. dr. R.F.M. Vlietinck |
Kosten: | € 230.000 |