Wat levert de kunstalvleesklier op?
Het bedrijf Medvalue heeft in kaart gebracht wat de voordelen zijn in kosten en gezondheid van de kunstalvleesklier die Inreda ontwikkelt. Die informatie is belangrijk voor gesprekken met zorgverzekeraars en overheid.
Het Nederlandse bedrijf Inreda Diabetic is al ver met de ontwikkeling van een kunstalvleesklier, en eind 2020 is de eerste stap op de markt gezet. Oprichter en bedenker Robin Koops wil het apparaat binnen enkele jaren breder beschikbaar hebben voor mensen. Hij is al bezig met gesprekken met zorgverzekeraars, zodat het gebruik van de kunstalvleesklier straks vergoed kan worden.
Duidelijke bewijs nodig
Voordat verzekeraars een nieuw medisch hulpmiddel vergoeden, willen ze eerst bewijs zien dat het beter is dan bestaande middelen. Een kunstalvleesklier moet bewezen goed werken, en voordelen opleveren in kosten en gezondheidswinst – en daardoor minder kosten voor zorgverzekeraars. Daarom heeft het bedrijf Medvalue die kosten van de kunstalvleesklier berekend in vergelijking met de huidige behandeling van diabetes type 1.
Gezondheid uitgedrukt in geld
Hoe vertaal je gezondheid en gebruik van een apparaat in kosten? De aanschaf en materialen zijn duidelijk. Maar de rest, dus je gezondheid in euro’s? Daarvoor hebben economen de zogeheten QALY bedacht (quality-adjusted life year).
Een QALY is een extra levensjaar in goede gezondheid, of bijvoorbeeld twee extra levensjaren in 50% gezondheid. Voor een behandeling van chronische ziekten zoals diabetes staat 80.000 euro als ‘acceptabel’ normbedrag per QALY. Daar zit een formule achter die je voor dit stuk maar even moet geloven. Maar 'acceptabel' betekent dat de behandeling vergoed kan worden.
Kunstalvleesklier levert goedkope gezondheidswinst op
In het onderzoek naar de kosten van de kunstalvleesklier is uitgegaan van de uitkomsten van de testen met proefpersonen. De kunstalvleesklier houdt de bloedsuikerspiegel goed stabiel. Hypo's komen minder voor en de kans op complicaties is veel kleiner vergeleken met andere vormen van behandeling. De hoeveelhied QALY's neemt daardoor toe. De vraag is nu hoe duur die extra QALY's zijn en of we dat acceptabel vinden.
Pentherapie is de goedkoopste behandelvorm, maar ook de minst gezonde. Vervang je pentherapie door een kunstalvleesklier, dan levert dat bijna 5 QALY’s winst op. Vergeleken met pomptherapie is de winst 4,3 QALY’s. Zelfs vergeleken met sensorgestuurde pomptherapie is er gezondheidswinst voor de kunstalvleesklier, namelijk 1,4 QALY.
Als we kijken naar de kosten per QALY, dan speelt het prijsverschil tussen de huidige behandeling en de kunstalvleesklier ook een belangrijke rol. Wie van relatief goedkope behandeling met insulinepen overgaat op de kunstalvleesklier betaalt € 12.500 per extra QALY. Vervanging van een gewone pomp kost € 5.600 per QALY. En bij vervanging van een sensorgestuurde pomp door een kunstalvleesklier kost een extra QALY € 2.200. In alle gevallen blijven de extra kosten voor gewonnen gezondheid ruim onder de acceptabele grens. Zelfs bij een veel 'krenterige' betalingsbereidheid van € 20.000 per QALY.
Deze conclusie helpt mensen met diabetes type 1 de kunstalvleesklier vergoed te laten krijgen zodra hij breder beschikbaar kan komen.
Het onderzoek is mogelijk gemaakt door het Diabetes Fonds.
Onderzoeksinformatie
Projectnr: | 2016.30.1879 |
---|---|
Status: | Afgerond |
Onderzoeker: | Robin Koops |
Kosten: | € 15.000 |