Eilandjestransplantatie
Al in 1985 vond de eerste transplantatie van de eilandjes van Langerhans plaats. Sinds een paar jaar gebeurt het ook in Nederland, maar wereldwijd nog steeds weinig. Er zijn namelijk veel nadelen.
Bij eilandjestransplantatie worden uit minstens twee donoralvleesklieren eilandjes gehaald. Deze worden ingespoten in de lever van de ontvanger (iemand met diabetes type 1), waar de eilandjes als het goed is blijven zitten en insuline aanmaken.
Uitdagingen bij de transplantatie
Maar met alleen transplantatie van eilandjes van Langerhans ben je er nog niet. De afweer die de diabetes veroorzaakt heeft, valt even goed de getransplanteerde cellen aan. We moeten dus ook het afweersysteem bijsturen en het leren om de eilandjes met rust te laten.
Daarnaast is er de afstotingreactie van de afweer tegen lichaamsvreemde cellen. De medicijnen die afstoting moeten voorkomen, zijn vaak erger dan de kwaal. Ze maken het ook moeilijker voor de cellen om insuline te blijven aanmaken.
Te weinig donoren voor eilandjestransplantatie
En tot slot is er het donortekort. Er zijn meerdere overleden donoren nodig om één patiënt te helpen (we kunnen nog geen eilandjes halen uit levende donoren). Daarom proberen onderzoekers ook om insulineproducerende cellen te kweken, bijvoorbeeld uit beenmergcellen.
Onderzoek naar betere technieken voor transplantatie
Er is veel onderzoek naar hoe de techniek verbeterd kan worden. Ook in Nederland, mogelijk gemaakt door het Diabetes Fonds. Bekijk hier de stand van zaken in eilandjestransplantatie.
Eilandjestransplantatie niet voor iedereen met diabetes
Eilandjestransplantatie gebeurt nu alleen bij mensen met diabetes type 1 die anders misschien zouden overlijden. Bij mensen met diabetes type 2 speelt er veel meer in het hele lichaam, wat niet kan worden opgelost door alleen een transplantatie.