Vetten

Waarom hebben we vet nodig?

Vetten zijn een bouwstof voor al onze lichaamscellen. Daarnaast beschermt vet ons lichaam tegen kou en onze organen tegen beschadiging. Ook is vet onmisbaar om de vitamines A, D, E en K uit onze voeding op te nemen.

Verzadigde en onverzadigde vetten

We kunnen onderscheid maken tussen twee soorten vet: verzadigd en onverzadigd. Verzadigde vetten vind je in koek, snoep, gebak en snacks, maar ook in dierlijke producten zoals vlees en volle zuivelproducten. Onverzadigd vet zit bijvoorbeeld in vette vis, noten, plantaardige olie, vloeibare margarine en avocado.

Goede en slechte vetten

Verzadigd vet is het verkeerde vet en verhoogt het cholesterolgehalte. Met een hoog cholesterolgehalte neemt de kans op hart- en vaatziekten toe. Daarom is het beter om het eten van verzadigd vet te beperken. Maximaal 10% van de dagelijkse energie die je nodig hebt mag uit verzadigde vetten bestaan. Bij een dagtotaal van 2000 kcal mag je dus maximaal 22 gram verzadigd vet.

Hoewel zuivel ook verzadigd vet bevat, lijken zuivelproducten ook een beschermend effect te hebben op diabetes. Houd het wel bij enkele porties zuivel per dag, zo blijft het gezond. Onverzadigd vet zorgt juist voor een lager risico op hart- en vaatziekten.

Een leuk ezelsbruggetje: Verzadigd = 'Verkeerd', Onverzadigd = Oké.

Transvet

Transvet is een onverzadigd type vet, toch is het een slecht soort vet. Van nature komt transvet voor in vlees, melk, kaas en roomboter. De industrie gebruikt transvet om vloeibare oliën en vetten hard te maken. Hierdoor zijn producten langer houdbaar of krijgen een andere structuur, bijvoorbeeld bij koek, gebak en snacks. Transvet kun je beter vermijden, kies daarom liever voor vloeibare bereidingsvetten en laat koek en snoep zoveel mogelijk staan.

Meer tips ontvangen?

Meer informatie over de verschillende voedings- en bouwstoffen vind je in onze brochure 'Lekker en gezond eten met diabetes', die je hieronder gratis kunt downloaden. Zo heb je altijd een handig overzicht!