De hobbelige weg naar meer samenwerking en leefstijlzorg
Welke rol speelt leefstijlgeneeskunde in de zorg in Nederland? Hoe kunnen zorgverleners beter samenwerken? En hoe krijgen mensen met diabetes type 2 de juiste zorg op de juiste plek? Aan het woord is Melanie Uytendaal, coördinator van het diabetes mellitus zorgprogramma bij Regionale Organisatie Huisartsen Amsterdam (ROHA). Hiervoor werkte ze jarenlang als diabetesverpleegkundige en kreeg ze de bijnaam: anti-pillen zuster.
Heb je altijd al iets met leefstijl gehad?
In mijn begintijd als diabetesverpleegkundige werkte ik vooral volgens protocol. Naarmate ik meer ervaring opdeed, dacht ik: er is meer dan alleen pillen voorschrijven. Toen ik in aanraking kwam met het leefstijlinterventieprogramma Keer Diabetes2 Om, ben ik leefstijl helemaal gaan omarmen. Ik heb veel scholing gehad over wat je met leefstijl kan en dat heeft mij jaren geleden al gestimuleerd om het als eerste behandeloptie in te zetten. Nu stimuleer ik zelf nieuwe praktijkondersteuners om meer met leefstijl te doen.
Wat is er zo mooi om te werken met leefstijlgeneeskunde?
De positieve gezondheidseffecten bij mensen. Ze hebben geen of minder medicatie nodig, voelen zich fitter en krijgen een betere kwaliteit van leven. Ook vind ik het mooi om te ontdekken waardoor iemand gemotiveerd raakt om zijn of haar leefstijl aan te passen. Als ik zie dat bij iemand het kwartje valt, geeft mij dat heel veel voldoening. Helaas lukt het niet iedereen om hun leefstijl om te gooien, bijvoorbeeld door geldproblemen en stress.
Kun je als zorgverlener invloed uitoefenen op die maatschappelijke problemen?
Tot op zekere hoogte. Zolang die problemen er zijn, blijven mensen in een negatieve vicieuze cirkel zitten. Om deze problemen aan te pakken is samenwerking met het sociaal domein heel belangrijk. Denk aan buurtteams, welzijncoaches en beweegcoaches. Zo kunnen mensen met diabetes type 2 eerst hun onderliggende problemen aanpakken, voordat ze in staat zijn om echt met leefstijl aan de slag te gaan. Zo is er bijvoorbeeld welzijn op recept. Hierbij proberen welzijncoaches mensen met mentale klachten te helpen. En de Activerende Leefstijl Interventie (ALI) begeleidt mensen naar passend beweegaanbod.
Hoe verloopt de samenwerking tussen zorgverleners?
Dat kan nog een stuk beter. Samenwerken met zorgverleners zoals een diëtist is belangrijk, want daardoor kun je samen nog betere zorg verlenen. Denk bijvoorbeeld aan gezamenlijke consults. Het is hierbij belangrijk om inhoudelijk dezelfde taal te spreken. Als een diëtist bijvoorbeeld iets anders zegt dan een praktijkondersteuner, is dat funest voor de patiënt. Om de samenwerking tussen zorgverleners te bevorderen heb ik ook gezamenlijke scholingsdagen opgezet zodat zorgverleners meer kunnen netwerken en van elkaar kunnen leren over leefstijl.
Waar lopen verpleegkundigen en praktijkondersteuners tegenaan in de dagelijkse praktijk?
Dat sommige huisartsen te weinig betrokken zijn bij de behandeling van mensen met diabetes type 2. Hierdoor hebben ze onvoldoende kennis in huis, terwijl huisartsen wel eindverantwoordelijk zijn voor de zorg aan hun patiënten. Zo kan er een mooie samenwerking ontstaan waarin de taken duidelijk en evenredig zijn verdeeld tussen de huisartsen, diabetesverpleegkundigen, praktijkondersteuners en diëtisten. Daarnaast is het belangrijk dat ook de huisarts leefstijl omarmt.
Is er voldoende aandacht en ruimte voor leefstijl in de zorg?
Er is wel meer aandacht en bewustzijn dan 10 jaar geleden. Maar medicatie voorschrijven zit nog bij veel zorgverleners in hun systeem. Ook hebben veel zorgverleners de aanname dat sommige mensen met diabetes hun leefstijl toch niet kunnen veranderen. En dan roep ik: als jij dat al denkt en zegt, is dat een extra obstakel voor de patiënt.
Gelukkig zijn er steeds meer huisartsen die leefstijl ademen en het ook promoten bij collega’s. En ook in de tweedelijnszorg komt er meer aandacht voor leefstijl, bijvoorbeeld in de vorm van leefstijlloketten. Hoe meer aandacht er vanuit verschillende kanten voor leefstijl is, hoe meer het gaat leven bij zorgverleners. Al moet de boel nog wel beter op elkaar worden afgestemd, bijvoorbeeld bij het doorverwijzen naar leefstijlinterventies.
Kun je dat uitleggen?
Er zijn huisartsen die nog steeds geen idee hebben wat een GLI inhoudt. En ze verwijzen dan iemand met diabetes naar een GLI, terwijl die persoon er bijvoorbeeld nog niet klaar voor is of nog meer begeleiding nodig heeft zoals bij een GLI+ (dit wordt nog niet aangeboden in Nederland). Het gevolg is dat mensen op de verkeerde plek belanden, met het programma stoppen en gedemotiveerd raken. We kijken nu hoe we zowel de huisartsen als de patiënten beter kunnen informeren over leefstijlinterventies.
Wat vind je van het aanbod van leefstijlinterventies?
In Amsterdam heb je in principe alle leefstijlinterventies, maar niet in alle stadsdelen. Voor de lage SES proberen we ook GLI-aanbieders te vinden in andere stadsdelen in Amsterdam waar nog geen aanbod is. Bij de lage SES-interventie wordt bijvoorbeeld meer gebruikgemaakt van afbeeldingen dan bij een reguliere GLI. Dit maakt het toegankelijker en begrijpelijker voor de doelgroep. In kleinere steden en dorpen is het aanbod aan leefstijlinterventies beperkt.
En hoe staat het met de kwaliteit?
De komst van GLI+ zou erg welkom zijn. Bij deze leefstijlinterventies krijgen mensen met diabetes type 2 meer mentale en medische begeleiding zoals gedegen medicatieafbouw, om de interventie succesvol te laten verlopen. Overigens implementeren we nu het GLIM-protocol waarmee het proces van medicatieafbouw beter moet verlopen. Op het moment dat een patiënt zijn leefstijl aanpast en medicatie afbouwt, gebeurt dat idealiter in samenspraak tussen huisarts, GLI-aanbieder en apotheek. Bij de leefstijlinterventie Keer Diabetes2 Om is er al medische begeleiding en medicatieafbouw, maar dit moet overal de norm worden.
We hebben nog te weinig zicht op de kwaliteit van de GLI, daarnaast willen we dat er niet alleen naar de BMI wordt gekeken, maar ook naar de kwaliteit van leven en allerlei andere gezondheidsaspecten zoals minder stress en buikomvang. Ook de zorgverzekeraar kijkt te veel naar BMI-cijfers in plaats van te kijken hoe het echt gaat met iemands gezondheid en of die persoon zich beter voelt.
ROHA
ROHA ondersteunt bijna 150 huisartsenpraktijken in de regio Amsterdam, onder meer op het gebied van chronische zorg. Daarmee is ROHA de grootste zorggroep in de regio Amsterdam. Ruim de helft van de huisartsen in de regio Amsterdam hebben zich bij ROHA aangesloten. Binnen de diverse zorgprogramma’s zoals diabetes, is leefstijl een overkoepelend thema.